Campers in alle soorten en maten
Zoals je vast al gezien hebt, zijn er verschillende soorten campers. Iedere camper heeft zo zijn voor- en nadelen.
Die zetten we hier voor je op een rijtje: categorien opdelen; de compact, de integraal, de semi-integraal en de alkoof. Dat klinkt allemaal heel moeilijk, maar het verschil is makkelijk
uit te leggen.
De goedkoopste manier: rij met een derdehands bestelbus naar een bouwmarkt en timmer zelf een keukentje en een bed erin. Wie nieuw en kant-en-klaar zoekt, kan sinds kort een omgebouwd bestelautootje kopen zoals de Renault Kangoo,
Citroën Berlingo of Opel Combo. De eenvoudigste hebben een bed achterin met daaronder gascomfort en koelbox, de duurdere een uitklapbaar dak en een keukentje.
Een Berlingo Zooom kost bijvoorbeeld 36 duizend euro (compleet).
Wales
De populairste camper

De populairste compacte camper is de Volkswagen California:
130 van de 150 kampeerbussen die jaarlijks worden verkocht is een VW, stelt de fabrikant.
Het dak gaat tegenwoordig elektrisch omhoog, zodat een tweepersoonsbed ontstaat.
De voorste stoelen kunnen omdraaien, een aggregaat voedt de verwarming, een glasplaat dekt het fornuis af en de klapstoelen schuiven in de achterklep. Wat mist: een douche en een wc.
Kampeerders in een VW-bus moeten het dus doen met een washandje en
een chemisch toiletje, totdat camping of hotel in zicht komt. Daar staat tegenover dat de bus klein genoeg is om ook als gewone auto te gebruiken. Dat scheelt zo'n 1500 euro aan wegenbelasting.
De prijs begint bij 47 duizend euro, maar reken op 60 duizend voor een redelijke uitrusting. De restwaarde is hoog: een aangekleed model uit 2002 met 60 duizend op de teller levert circa 37 duizend euro op.

De alkoof
De meest klassieke vorm van de camper, is gebaseerd op een flinke bedrijfswagen (Ford Transit, Fiat Ducato, Renault Master) met een caravan-achtige opbouw. De leefruimte lijkt aan de bestuurderscabine vastgeplakt, met boven de bestuurders een flinke bult met raampjes. Daar zit een tweepersoonsbed.
Een alkoof, heet dit model. Soms kunnen de voorste stoelen omdraaien en doet de bestuurderscabine nog een beetje mee, soms niet. Het voordeel van een alkoof is dat de wagens relatief goedkoop zijn. Je hebt al een Hymercamp Classic voor 45 duizend euro (voor 55 duizend heb je er eentje met redelijke uitrusting).
Het Duitse Hymer verkoopt ongeveer 200 campers per jaar in Nederland en is daarmee marktleider. Andere populaire merken zijn Adria, Knaus, Dethleffs en Bürstner. In Duitsland, zo blijkt ook uit dit rijtje, worden de meeste campers verkocht. De meeste fabrikanten verkopen meer type kampeerauto's. De alkoof is de laatste tijd minder populair.
Dat komt onder meer door het potvis-achtige silhouet die de Alkoof oplevert en de stijgende leeftijd van de doelgroep. Die bezitters hebben op een gegeven moment geen zin meer in bed te moeten klauteren.

Half-integraal
Dit populaire model is een variant op de alkoof. Het bed boven de bestuurderscabine is geofferd voor betere aerodynamische eigenschappen. De ruimte kan gebruikt worden voor bagage of voor een extra bedje dat naar beden uit kan klappen.
De half-integraal is dus eigenlijk een plat geslagen alkoof. Minder log, minder loze ruimte. De meeste eigenaren reizen namelijk met z'n tweeën en prefereren een vast bed achterin. De kleinkinderen kunnen wel in het uitklapbedje.
Wie helemaal de blits wil maken kiest een semi-integraal (zeg maar een halfintegraal met ultraplatte alkoof) en een kleurtje. Rode, blauwe, zilverkleurige campers waren al gewoon in het buitenland, maar nu volgt eindelijk ook Nederland. Een waarschuwing: hoe donkerder de lak, hoe meer zonnewarmte wordt vastgehouden.
Integraal
Pas als een camper wordt opgebouwd vanaf een kaal chassis, ontstaat een woonkamer op wielen. De bestuurderscabine bestaat dan niet meer; de voorste stoelen en het dashboard gaan deel uitmaken van de leefruimte. Een panoramische voorruit versterkt het gevoel op de eerste rang te zetten.
Een dergelijk model heet integraal: bekend van Amerikaanse snelwegen en ook vaker te zien in Nederland. Een kleine Hymer Integraal kost 58 duizend euro, het topmodel van 8,3 meter lengte kost 153.000 euro (zonder opties). Twee overwegingen: voertuigen langer dan zes meter passen niet meer op een gewone parkeerplaats, voertuigen zwaarder dan 3,5 ton vereisen een groot rijbewijs.
Fabrikant RMB bouwt campers zo groot als touringcars, waarbij de klant het interieur zelf mag ontwerpen. De laatste creatie is een elf meter lang gevaarte met volwassen keuken, granieten badkamer met vloerverwarming en een Ford Fiesta achterin voor uitstapjes. Kosten: 540 duizend euro.
Regels
In Europa mag je niet zomaar overal kamperen, maar parkeren mag wel. Dus iedere parkeerplaats, bij voorkeur met mooi uitzicht, is een optie. Mits daar geen verbodsborden voor campers staan, en geen luifels worden uitgeklapt of stoelen buiten worden gezet.
Alleen in Nederland is het niet toegestaan een kampeermiddel voor een ‘recreatief nachtverblijf’ buiten een kampeerterrein te plaatsen. De Nederlandse kampeerauto Club (13.500 leden) is zeer te spreken over de mogelijkheden in Duitsland en Frankrijk.
In Nederland moeten camperaars naar Gereguleerde Overnachtings Plaatsen (GOP’s), meestal een paar parkeerplaatsen aan de rand van een gemeente waar een kampeerauto 48 uur mag staan.
Het avontuur wordt ook door technische redenen beperkt: een camper kan de halfverharde weg beter niet verlaten, en iedere twee, drie dagen moet een servicestation worden opgezocht om vuil water te lozen en schoon water bij te vullen, en om accu’s op te laden.
Zonnepanelen, brandstofcel en extra grote watertanks vergroten de vrijheid, maar het blijft een kwestie van dagen.
|